Op deze website vind je informatie over het pesten laten stoppen, buitengesloten worden, cyberpesten en wat je kunt doen als je geslagen of geschopt wordt door andere kinderen.
Pesten is met opzet gemeen zijn tegen iemand anders. Bijvoorbeeld iemand uitschelden, wegduwen, slaan of schoppen. Of iemand niet mee te laten doen. Of zijn of haar spullen kapot te maken.
Er is geen goede reden om iemand te pesten. Soms zijn pestkoppen bang om zelf gepest te worden. Daarom kiezen ze iemand anders uit om te pesten. Soms kunnen kinderen er niet goed tegen dat jij er anders uit ziet. Ze denken dat je dom bent. En dan pesten ze omdat ze willen laten zien dat zij anders zijn.
Kinderen die heel onzeker zijn worden vaak gepest. Dan ben je een makkelijke prooi. Dus laat niet zien dat je onzeker bent. Zet je voeten stevig op de grond. Doe je hoofd omhoog. Je mag er zijn. En wees verstandig. Reageer gewoon niet. Misschien helpt dit ook:
• Zeg tegen de pesters: “stop, hou op!” • Vraag een vriend(in) of je meester of juf of ze je willen helpen. • Ga leuke dingen doen om even aan iets anders te denken. • Als pesters alleen dingen roepen, probeer ze niet te horen. Maar zeg het wel tegen de meester of jus of je ouders. Als pesters geen reactie krijgen, is pesten niet leuk. Misschien stopt het dan. Maar sommige pesters gaan er heel lang mee door. Die snappen niet dat pesten heel dom is.
Dat is heel belangrijk. Anderen moeten je helpen. Alleen met hulp kan pesten stoppen.
Op school krijg je les hierover. Dan leer je hoe je goed “stop, hou op” kunt zeggen. Er zijn ook cursussen die je kan volgen. Het is belangrijk dat je je sterk voelt. Als je dit wilt leren, zeg het tegen meester of juf of je ouders. Je kan leren om je sterk te voelen.
Als je ziet dan iemand gepest wordt, dan kun je helpen door:
• Er samen met andere kinderen wat van te zeggen tegen de pesters. • Het te vertellen tegen de meester of juf of een andere volwassene. • Niet mee pesten met de pestkoppen.