Appen is heel leuk. Je kan berichtjes appen. Je kan foto’s appen. Of iets opnemen. Soms mag je helemaal zelf appen. Soms heb je de afspraak dat je het eerst laat lezen. Bij appen ziet de ander jou niet. Die kan dus niet aan je gezicht zien of je een grapje maakt. Dan app je een grapje. Mara de ander ziet jou niet. En weet dan niet dat het een grapje is. Daarom moet je goed nadenken over wat je appt. Dat is niet altijd makkelijk. Als je het ergens niet mee eens bent, is appen niet handig. Dan kan je beter bellen. Of wachten totdat je hem of haar weer ziet. Praten is dan beter. Appen in gewone letters betekent gewoon iets zeggen. Appen in HOOFDLETTERS betekent schreeuwen. Dat is dus nooit goed.
Soms heb je een groepsapp met de klas. Daar zet iedereen dan leuke dingen op. Of een mededeling. Soms zet iemand er ook iets niet zo leuks op. Dan heeft die een foutje gemaakt. Want onaardige dingen horen niet op de app. Als je iets onaardigs kwijt wil, moet je het zeggen. Nooit appen. Onaardige dingen appen zorgt altijd voor ruzie. Vraag hulp aan je ouders als het fout gaat op de app. Ruzie op de app moet anders opgelost worden. Even praten in de klas met de juf of meester is dan het best.
Soms heb je een verkeerd woord gebruikt. En denkt de ander dat je boos bent. Dan moet je uitleggen wat je wel bedoeld. Soms gaat iemand heel boos van de app af. Dan kan je niet laten weten dat je een fout hebt gemaakt. Dat moet dan de volgende dag als je hem of haar weer ziet. Dan moet je het uitleggen. Soms ben je boos en zeg je dat op de app. Dat is niet handig. De app is niet goed als je boos bent. Praten is handig als je boos bent. Ruzie op de app gaat ook altijd weer over. Als iedereen elkaar weer ziet, gaat het weer goed.