Je vindt iemand heel leuk. En die kijkt ook wel eens naar jou. Dan kan je verkering vragen. Soms heb je geluk. Dan wil de ander ook verkering. Soms heb je pech, dan wil die dat niet. Dan heb je geen verkering. Dat is naar, maar niets aan te doen. Met je verkering doe je leuke dingen. Eerst leer je elkaar beter kennen. Na een tijdje ga je misschien zoenen.
Dat is heel spannend. Je kan het gewoon vragen “vind je me leuk?“. Soms kan je aan een vriend of vriendin vragen of die het wil vragen. Iemand kan je leuk vinden. Of iemand kan je niet leuk vinden. Als iemand je niet leuk vindt, ga je andere vrienden zoeken. Dat is dan beter.
“wil je verkering?” of “ik vind jou leuk. Vind jij mij ook leuk? “ of “wil je mijn vriendje zijn?” of “wil je mijn vriendinnetje zijn?” Als iemand geen verkering met je wil, zeg je “ok”. En ga je naar iemand anders toe om er even over te praten.