Faalangst is dat je het eng vindt om iets fout te doen. Zo eng dat je helemaal niets meer durft.
Niemand doet alles altijd goed. Een fout maken is normaal. En helemaal niet erg. Soms kan je nadenken waarom het fout ging. Als je erover nadenkt, kan je ervan leren. Misschien maak je de fout de volgende keer niet. Maar bij jou kan het ook gebeuren dat je nog wel vaak dezelfde fout maakt. Dan moet je nog vaker oefenen voordat je het kan.
Praat erover met je ouders of je meester of juf. Ze hebben vast goede tips. Zoals ademhalingsoefeningen om te ontspannen. Maar daar moet je wel veel voor oefenen.
Je kunt je klasgenoten vragen wat zij zouden doen. Wie weet hebben zij hele goede ideeën. Het is soms handig dat ze weten dat je faalangst hebt. Dan kunnen ze je helpen. Bijvoorbeeld door over iets anders even te praten.