Ruzie maken is niet leuk. Toch doen we het. Ook met mensen die we lief vinden. Gelukkig kan je het altijd weer goed maken.
Wacht eerst tot je rustig bent. Ga even naar je kamer of de tuin om af te koelen. Als je rustig bent ga je praten. Misschien heb je iets gezegd wat je niet bedoelde. Zeg dan sorry. Luister ook naar de ander. Als goed maken niet lukt? Wacht dan een tijdje en probeer later nog een keer te praten.
Praat met iemand anders over je ruzie. Bijvoorbeeld je vader, of je moeder, of je broer of zus. Vraag om tips om het goed te maken. Oefen wat je gaat zeggen. Dat helpt echt.
Je mag nooit slaan, schoppen of schelden. Dat helpt niet. Dat is niet goed. Ben jij geslagen, geschopt of uitgescholden? Dat mag ook niet. Zeg het tegen je vader, moeder, meester of juf. Zij moeten je hierbij helpen.
Maken je ouders ruzie? Vind je dat moeilijk? Zeg het aan je ouders. Zij kunnen je uitleggen wat er aan de hand is.
De meeste ouders maken wel eens ruzie. Jij maakt ook wel eens ruzie met een vriend. Dan ben je het gewoon niet met elkaar eens. De meeste ouders maken de ruzie ook weer goed. Soms snel, soms duurt dat langer.
Heel soms maken ouders het niet meer goed, dan gaan ze scheiden. Dat is heel vervelend. Als ouders gaan scheiden, vertellen ze dat aan jou. Dus als ze gewoon ruzie hebben, dan maken ze het ook weer goed.