Iedereen is wel eens boos. Als iets mislukt. Als je je zin niet krijgt. Als je ruzie hebt. Wat kun je doen als je boos bent?
Dit kan iedereen: doe je ogen dicht en tel tot tien!!
Zeg dat je even alleen wil zijn. Ga naar buiten of naar je kamer. Als je het niet kan zeggen, steek je je hand op, “stop”! En dan loop je weg. Denk dan even na over de ruzie. Als je weer rustig bent, ga je terug het uitpraten. Als dat niet meteen kan, zeg je “ik wil het later uitpraten”. Want uitpraten doe je alleen als je rustig bent.
Als je ouders zich met je bemoeien. Als iemand je niet begrijpt. Als iets niet helemaal lukt. Of je bent boos op jezelf. Bedenk waarom jij boos bent. Als je dat weet, kan iemand je misschien helpen.
Als je weer rustig bent, praat dan over je boosheid. Met je ouders bijvoorbeeld. Je kunt ook vragen of ze tips hebben.
misschien kan je het opschrijven. Of je vertelt het eerst tegen jezelf. Of je praat tegen jezelf en neemt dat op. Dan kan je het later aan iemand laten horen.