Je bent logeren. En opeens wil je naar huis. Dan heb je heimwee. Of ben je verhuisd? En mis je je oude huis? Dan heb je ook heimwee.
Ga je ergens logeren? Neem dan iets van thuis mee. Bijvoorbeeld een knuffel. Of je eigen kussen. Of je eigen muziek. Ben je verhuisd? En mis je je oude huis? Zet dan foto’s van het oude huis neer. Van je oude kamer. Of van de huiskamer. Dan kan je daar af en toe naar kijken.
Heimwee kan heel vervelend zijn. Praat erover. Met je ouders. Of met je vrienden. Misschien hebben zij ook wel eens heimwee. En hebben ze tips voor je.
Wil je graag logeren bij je vriend of vriendin? Maar ben je bang dat je heimwee krijgt? Vertel dan gewoon dat je het spannend vindt. Maar dat je het wel graag wil proberen.
Je kan met je ouders afspreken dat je mag bellen als je heimwee hebt. Dat je dan even met hen mag praten. Of dat ze je ophalen. Je ouders kunnen het ook vertellen aan de ouders van je vriend of vriendin. Dat kan je ook zelf doen. Anderen moeten wel weten dat je heimwee hebt. Want dan kunnen ze je helpen.